De naamgever van de vereniging (en van het eerste clublokaal) is de Engelse coureur Stanley Michael Bailey (Mike) Hailwood, geboren te Oxford op 2 April 1940. Hij startte zijn race-carriere in 1958. De resultaten bleven niet uit: al in 1959 won hij in Ulster de 125 cc GP. Zijn doorbraak kwam in 1961, toen zijn vader Stan vier produktiemachines uit Japan liet overkomen voor de TT van Man. Mike won er drie klassen mee, in de vierde viel hij met pech uit. Hij had er grote sterren en (fabrieksrijders!) als Jim Redman, Gary Hocking en Bob MacIntyre mee voor joker gezet. Mike pakte trouwens in dit jaar de 250 cc wereldtitel met zijn Honda.
Hailwood kreeg een contract bij MV Agusta en werd van 1962 t/m 1965 wereldkampioen 500 cc. In 1966 reed Mike voor Honda op de beroemde RC 165 zescilinder 250 cc. Hij werd er direct wereldkampioen mee. Een opgeboord exemplaar (net geen 300 cc) bezorgde hem de 350 cc wereldtitel. Hoewel men kan zeggen dat bij een mechanische sport zowel man als machine tellen, is wel zeker dat de Honda-wereldtitels voor het grootste deel op naam van Hailwood kunnen worden geschreven. Zowel de 250 als de 300 stuurden bijzonder slecht en de 500 cc RC 181 was nog erger. Mike kon ook moeilijk aan de Japanners uitgelegd krijgen welke veranderingen hij wilde. Zo gooide hij eens zijn schokbrekers in een meertje. Dat werd hem weliswaar niet in dank afgenomen, maar wel begrepen: hij mocht Engelse Girlings monteren. Maar een Nederlands Nico Bakker frame zat er niet in, helaas. Toch herhaalde hij in 1967 beide wereldtitels, waarmee zijn totaal op 9 kwam. In 1968 stopte Honda haar motorrace-aktiviteiten. Jammer voor Mike was dat hij nog een contract had dat hem belette naar een andere renstal te gaan. Hij kon dus simpelweg niet aan wegrace-GP's deelnemen. Wel reed hij nog enkele internationale races op diverse motoren, en ging in 1973 over naar de auto's. Daar was het succes een stuk minder. Wel werd Mike een held door Clay Reggazoni uit zijn brandende auto te redden. Hij behaalde een formule II wereldtitel maar formule I succes zat er niet in.
In 1978 kwam de terugkeer naar de motor. Mike probeerde nog een Ford-contract voor de Formule I los te krijgen, hetgeen mislukte. Bovendien overleed zijn vader Stan. Yamaha bood hem een paar machines aan voor de TT op Man. Mike zag er de lol wel van in en accepteerde het aanbod. Voor de grootste klasse (de F1) gebruikte hij een aftandse Ducati. Wat niemand had verwacht (Hailwood nog het minste) gebeurde: Mike pakte in de 1e ronde al 14 seconden op concurrent Phil Read (Honda). Hij had elf jaar niet op dit niveau geraced en won de F1 race. In de andere klassen lieten de Yamaha's hem in de steek, maar het respekt van de hele motorwereld was uiteraard zijn deel.
Na zijn overwinning op Man begon Mike Hailwood samen met zijn vriend Rodney Gould een motorzaak in Engeland. Voor de 1979 TT pakte hij de zaken natuurlijk serieus aan, maar hij bleef bij Ducati en kon eigenlijk niet op een echt snelle F1 motor rekenen. Wel kreeg hij een oude Suzuki 500 waarmee hij de Senior TT won. In 1979 stopte Mike, hoewel zijn afscheids-race op Donnington Park in het water viel door een val in de training. Zijn laatste (demonstratie-) rondjes reed hij in Augustus 1979 samen met Giacomo Agostini op MV Agusta's.
In Maart 1981 kwam het droeve bericht van het overlijden van Mike Hailwood. Toen hij met zijn kinderen iets te eten ging halen, botste hij op een vrachtauto. Zijn dochtertje Michelle (9) was op slag dood, zoontje David (6) was ernstig gewond. Mike werd met ernstig hoofdletsel in het ziekenhuis van Birmingham opgenomen en overleed 2 dagen later (23 Maart 1981).
Met Mike Hailwood was een van de grootste coureurs aller tijden van ons heengegaan. Hij was nog van de "no nonsense" generatie, hoewel gezegd moet worden dat met de grote sponsors de nonsense ook is verschenen. Mike en zijn collega's werden nauwelijks gehinderd door sponsorbelangen, en konden dus nog min of meer "normaal" doen over hun prestaties en die van hun machines.
Mike Hailwood is niet de man met de meeste overwinningen en de meeste wereldtitels. Maar hij is wel degene die werkelijk op alles met twee wielen snel was. En die een slechte motor tot wereldprestaties bracht. Dat leverde hem de bijnaam Mike the Bike op. Zijn tien wereldtitels vormen dan ook een prachtige erelijst. Maar belangrijker is nog wel dat zijn collega’s en opvolgers hem eind 2000 de eretitel MOTORCOUREUR VAN DE 20e EEUW toekenden.
Wereldtitels Mike Hailwood:
01 | 1961 | 250 cc Honda |
02 | 1962 | 500 cc MV Agusta |
03 | 1963 | 500 cc MV Agusta |
04 | 1964 | 500 cc MV Agusta |
05 | 1965 | 500 cc MV Agusta |
06 | 1966 | 250 cc Honda |
07 | 1966 | 350 cc Honda |
08 | 1967 | 250 cc Honda |
09 | 1967 | 350 cc Honda |
10 | 1978 | F1 Ducati |